Dit weekend is er speciale aandacht voor egels, omdat deze leuke en nuttige dieren steeds meer in het gedrang komen. In twee decennia is hun aantal waarschijnlijk met de helft afgenomen, zo is uit onderzoek gebleken. Egels hebben een voorkeur voor kleinschalige landschappen, die echter steeds zeldzamer worden. Ze leven ook in steden, waar ze in de schemering en ’s nachts hun kostje bij elkaar scharrelen in tuinen en plantsoenen, maar ook in parken en op begraafplaatsen. Daar zoeken ze insecten, wormen en slakken, en als het zo uit komt verschalken ze ook wel eens een muis. Omdat het vooral nachtdieren zijn zien we ze maar zelden. Hun aanwezigheid is soms af te leiden uit de drolletjes die ze achterlaten. Die zijn heel kenmerkend, omdat ze glinsteren door de vermalen dekschilden van de kevers die ze eten. Bij de Zoogdiervereniging kan iedereen die dit jaar egels heeft gezien, zowel levende als dode, dat registreren, zodat er meer zicht ontstaat waar egels voorkomen .
Egels hebben veel te lijden van het steeds drukker wordende verkeer. Ze lopen ’s nachts vaak vele kilometers met alle kans op een aanrijding. Ze zijn niet erg snel en hebben de neiging om langs de rand van de weg te lopen, wat vooral bij smalle wegen slachtoffers maakt. De meeste egels die we zien zijn dan ook platgereden exemplaren. De afgelopen week vond ik er drie, allemaal pubers en niet ver van elkaar, dus vermoedelijk uit hetzelfde nest. Ook het enorme gebruik van vergif werkt zeer nadelig voor egels. Ze eten van de vergiftigde insecten, slakken en muizen, en worden er ziek van of erger. Een extra probleem voor de egel is dat steeds minder stadstuinen groen en open zijn. De veel voorkomende verstening van tuinen, waarbij alles wordt betegeld en strak omheind, biedt egels geen mogelijkheden. Door dit alles neemt de levenskans van egels per jaar af, zo signaleert Egelbescherming Nederland. De Zoogdiervereniging heeft vorig jaar al opgeroepen om de egel op de Rode Lijst van bedreigde zoogdieren te plaatsen.
Gemeenten en tuineigenaren zouden veel kunnen doen om de egel meer kans te geven om te overleven. Als tuinen bijvoorbeeld via egelpoortjes met elkaar worden verbonden, dan vormen ze een aantrekkelijker leefgebied. Een opening van 12 x 12 cm in een hek of schutting is al groot genoeg om een egel door te laten. Gemeenten zouden groene gebieden in de stad zo veel mogelijk met elkaar kunnen verbinden, zodat er veilige migratieroutes ontstaan. Sommige gemeenten proberen echt rekening te houden met de behoeften van egels, zoals de gemeente Heemskerk. In Heemskerk legt men takkenbossen in plantsoenen, zodat egels daaronder beschutting kunnen vinden en een veilige plek hebben voor hun winterslaap. De gemeente Hengelo is nog niet zo ver dat er veel rekening met egels wordt gehouden. Zo lijkt het er sterk op dat bij de herinrichting van de oude begraafplaats, om maar eens een voorbeeld te noemen, het voor alles gaat om netjes. Het gras moet wekelijks gemaaid, de randen moeten strak en het blad moet weg. Maar egels floreren juist het beste in situaties die een beetje rommelig zijn. Als het gras wat langer is en er ligt hier en daar wat blad, dan zitten er meer insecten en valt er dus meer te eten. Het actiecomité Nee tegen Bomenkap Begraafplaats Bornsestraat pleit dan ook bij de gemeente voor meer aandacht voor de natuur op het oude kerkhof.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten