Ook wilde bijen zijn kwetsbaar voor vergif |
Bijensterfte
komt wereldwijd voor en wordt al jaren in verband gebracht met een groep
moderne zenuwgiffen die in toenemende mate in de land- en tuinbouw worden
gebruikt en die bekend staat als neonicotinoïden. Vergeleken bij DDT is de
giftigheidsgraad bijzonder hoog. Het gif zit zo in elkaar dat het zich
verspreidt door de hele plant, als met het gif behandeld zaad ontkiemd. Dat
betekent dat ook stuifmeel en nectar giftig worden. Bijen worden zo aan het gif blootgesteld. Omdat het
gaat om een zenuwgif werkt het in op hun zenuwgestel. Ze raken erdoor
gedesoriënteerd, kunnen het nest niet terugvinden of zijn niet meer in staat om
aan andere bijen door te geven waar nectar te halen valt. Bijen doen dat
normalerwijs via een ‘dans’. Zo raken bijenvolken verzwakt, wat uiteindelijk
leidt tot het verdwijnen van veel volken. In ons land gaat jaarlijks circa 25%
van de volken ten onder. De terugloop van bijen (en hommels) is niet alleen slecht
voor de biodiversiteit, maar kan ook economische consequenties hebben, omdat
bijen en hommels een groot aandeel hebben in de bestuiving van veel van onze voedselgewassen.
Gelukkig krijgt dit steeds meer aandacht, zoals vorige week nog naar aanleiding
van een brief van Foodwatch Nederland, Milieudefensie en de Bijenstichting aan
de staatssecretaris van Economische
Zaken Dijksma, die zich vooral bezig houdt met landbouw, natuur en
voedselkwaliteit. Deze organisaties vroegen haar de toelating van
neonicotinoïden uit voorzorg op te schorten.
Wat
mij bij alle publiciteit over neonicotoïden opvalt is dat heel veel aandacht
gaat naar de gevolgen voor bijen. Maar wat doet het gif met ons? Omdat deze
zenuwgiffen zich door de hele plant verspreiden en er dus niet af te wassen
zijn, komt het uiteindelijk ook op ons bord terecht. De berichtgeving over de
gevolgen daarvan is erg spaarzaam. In TC Tubantia van 19-3-2012 werd gemeld dat
Imidacloprid, een neonicotinoïde, de hersenen van ongeboren kinderen aantast.
Wetenschappers hadden dat uit recent Japans onderzoek afgeleid. Het gevaar van
dit zenuwgif voor het menselijk zenuwstelsel wordt volgens hen ernstig
onderschat. De norm voor het gebruik zou met een factor 1000 scherper moeten
worden gesteld. Hier komt ook om de hoek kijken dat bij toelating van een
middel de normen zijn afgestemd op volwassenen. Kinderen, en zeker ongeboren
kinderen, zijn veel gevoeliger voor resten gif in voedsel en drinkwater.
Canadese wetenschappers vermoeden dat de ontwikkeling van Alzheimer en
Parkinson kan worden versneld door neonicotinoïden. Amerikaans onderzoek uit
2011 wees uit dat het binnen krijgen van een ander insecticide, dat wat minder
sterk werkt op het zenuwgestel, bij zwangere vrouwen de hersenen van de
ongeboren vrucht negatief beïnvloeden, wat een achteruitgang van gemiddeld
zeven punten op het IQ veroorzaakt zou hebben. Als dat allemaal inderdaad waar
is, dan zijn we onszelf langzaam aan het vergiftigen, met als resultaat dat we
steeds dommer worden. En dat terwijl onze hersenen de kurk zijn waarop wij
mensen drijven. Buiten ons verstand hebben we niet veel om in te zetten: we
hebben geen scherpe tanden, klauwen of een pantser, en we zijn traag en slap.
Alleen ons verstand houdt ons overeind. Als we dat verkwanselen aan wat korte
termijn gewin voor aandeelhouders van grote multinationals, die dit vergif
produceren, dan vallen we een keer om. De problemen die we zelf scheppen, zoals
overbevolking, milieuvervuiling en klimaatverandering, zullen ons dwingen om
goede oplossingen te zoeken. Als we dom worden, dan zullen we niet succesvol
zijn.
Wie
meer wil weten over gif in ons voedsel is hier een link naar Weet wat je eet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten