Aanbevolen post

Schilderijen

Na verhuizing van mijn website www.robbloemendaal.nl is hier een selectie van mijn schilderijen te zien. Beschikbaarheid binnen deze serie: ...

dinsdag 17 september 2013

Meer stadsnatuur op Hengelose braaklanden zeer welkom


TC Tubantia van vandaag bracht een krachtig pleidooi voor meer stadsnatuur op braakliggende terreinen in de stad. Jan Zwienenberg van de KNNV, de vereniging voor veldbiologie, pleitte voor meer ruimte voor de natuur en minder ingrijpen bij de circa dertig braaklanden die Hengelo rijk is, en die vaak al vele, vele jaren wachten op nieuwbouw die maar niet van de grond komt. Met de aanhoudende economische crisis zullen de meeste nog vele jaren braak blijven liggen. Wat een rijkdom zou het aan de stad toevoegen als de natuur daar meer haar gang zou kunnen gaan. Vaak worden deze terreinen meerdere keren per jaar gemaaid. Dat gaat ten koste van de op natuurlijke wijze ontstane bloemenrijkdom. Op een braakliggend terrein vestigen zich al gauw zo’n 30 tot 40 soorten wilde planten, die, als ze eenmaal bloeien, aantrekkelijk zijn voor vlinders en bijen.

  Terrein aan de Marskant voor het maaien: kleine vos op vlinderstruik
Een mooi voorbeeld is het terrein aan de Marskant, waar tot acht jaar geleden het politiebureau stond. Dit terrein is erg afwisselend. Er is een vochtig gedeelte in de buurt van de Berflobeek, een stuk met veel puin aan de straatzijde, en een zandig deel daar tussenin. Er groeien meer dan 40 soorten planten. Exoten als vlinderstruik, schijnhulst, Japanse wijnbes en schijnacacia groeien er naast inheemse flora zoals guldenroede, klaproos, wilgenroosje, wilde bertram, melkdistel en boerenwormkruid. Zoveel diversiteit trekt veel vlinders aan, waaronder distelvlinder, atalanta, dagpauwoog, kleine vos, koolwitje en luzernevlinder. Omdat eigenaar woningbouwcorporatie Welbions hier regelmatig maait, kunnen de vlinderstruiken op het terrein niet hoger groeien dan een meter, terwijl ze gemakkelijk drie meter hoog kunnen worden als je ze met rust laat. Hoe het terrein verandert na een maaibeurt laten de foto’s van eind augustus en begin september goed zien. Van een groen paradijsje naar een barre vlakte: wordt daar iemand blij van?

Wilde kruiden vallen niet bij iedereen in de smaak. Wie er niet door gecharmeerd is heeft het al gauw over onkruid, en waar dat groeit, heet het niet netjes te zijn. Dat kan de achtergrond zijn van veel geklaag over de braaklandjes. Nog onlangs liet het bestuur van voetbalvereniging WBO een noodkreet uitgaan over ‘manshoog onkruid’ tegenover hun pand. Maar zouden deze mensen nu echt een kaalslagvlakte prefereren boven een bloemenweelde? Kunnen we nog wel samenleven met de natuur of zijn we dat verleerd?

  De plek van het voormalige politiebureau aan de Marskant na het maaien
Het terrein aan de Marskant zou er veel op vooruit gaan als er minder aan gedaan wordt. Er zit bodemvervuiling, en dat maakt dat het niet geschikt is voor tijdelijke invulling als een stadsmoestuin. Het beste zou zijn om hier, midden in de stad, de natuur meer ruimte te geven door nog maar één keer per jaar te maaien, maar dan wel later in het jaar, als de bloei voorbij is. Daarbij zou het een goed idee zijn om in elk geval de vlinderstruiken bij het maaien te sparen, zodat ze kunnen uitgroeien. Deze heesters zijn erg waardevol voor vlinders, die het in ons land steeds moeilijker krijgen. Vlinders zijn te beschouwen als vliegende bloemen. Als zij verdwijnen, dan gaat er iets bijzonders verloren.

Jan Zwienenberg heeft al meerdere keren een beroep op de gemeente gedaan om meer ruimte te scheppen voor stadsnatuur op braakliggende terreinen. Dat heeft nog niet veel opgeleverd. Het zou mooi zijn als de gemeente zich zou willen inspannen om op dit vlak iets te bereiken. Zij zou een beroep kunnen doen op eigenaren van braaklandjes, zoals Welbions, om mee te werken aan een natuurlijker, kleurrijker en daardoor aantrekkelijker stad. Het onderwerp valt onder de verantwoordelijkheid van GroenLinks wethouder Janneke Oude Alink, en je zou daarom verwachten dat zij niet afwijzend staat tegenover dit idee.

Belangrijk in dit verband is dat de natuur zelf de mogelijkheden benut die wij haar bieden. Als je de natuur haar werk laat doen ben je goedkoop uit. Je hoeft hooguit een beetje te begeleiden. Vergelijk dat eens met de andere kant van het spectrum: het Wij-land Lange Wemen, waar hoge kosten zijn gemaakt om van een braakland, dat bezig was om vanzelf te vergroenen, een puinvlakte te maken. Er moeten nog meer kosten gemaakt worden om daar een laag geel zand op aan te brengen en dat af te dekken met plastic gras. Dan pas heb je een voetgolfterrein. Behalve het geld zijn er nog meer kosten: luchtvervuiling van vrachtwagens en bulldozers. En dan was er nog de vervuiling door resten plastic, die door het puin gemengd waren, en door de wind de stad in werden geblazen. Dat alles voor een tijdelijke invulling en onder de vlag van het Pact Verantwoord Maatschappelijk Ondernemen. Als veel mensen straks van de voetgolfbaan gebruik gaan maken is dat alles nog enigszins acceptabel, maar zo niet, wat moeten we er dan mee?
In Hengelo is de afgelopen decennia niet alleen veel steen, maar ook veel grijsheid op elkaar gestapeld. Wat meer natuur, wat meer kleur zou zou de stad heel wat spannender, levendiger en aangenamer maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten