Grote waterteunisbloem bedreigt natuur van plassen van Rientjes in Weusthagpark Hengelo |
In het water van de plassen van Rientjes, die
deel uitmaken van het nieuwe Weusthagpark in het noorden van Hengelo, woekert
op circa 20 plaatsen de grote waterteunisbloem. Deze exoot, die oorspronkelijk alleen
in Zuid Amerika voorkomt, was tot 2011 vrij verkrijgbaar in tuincentra in ons
land, maar de verkoop werd in dat jaar verboden vanwege de groeiende overlast en
schade die deze plant, eenmaal uitgezet in de vrije natuur, kan aanrichten. Er
is een plek aan de zuidoever van een van de meertjes waar de waterteunisbloem
afgelopen zomer heeft gebloeid. Dat duidt erop dat de plant daar al een of enkele
jaren groeit. De bloeistengels waren bijna een meter hoog, terwijl op alle
andere plekken de plant nog niet verder is gekomen dat het beginstadium: in het
water liggende stengels van enkele meters. De bloemen lijken op die van de
teunisbloem, maar ze zijn kleiner en het geel is intenser. Het is een mooie
plant, maar hij hoort in onze natuur niet thuis en wat veel belangrijker is:
hij draagt de dood met zich mee.
De waterteunisbloem is de dood in de pot voor
wateren als de plassen van Rientjes, voormalige kleigaten net ten noorden van
de A1 in het noordelijke deel van het nieuwe Weusthagpark, dat nog bezig is
zijn vorm te krijgen. De plant is een woekeraar van de ergste soort. Stengels
kunnen gemakkelijk afbreken en door de wind naar een andere locatie worden
geblazen, om daar uit te groeien tot een nieuwe plant. Wortels die blijven
zitten kunnen ook weer uitgroeien. Deze plant had eigenlijk nooit verkocht mogen
worden. Een vijver in een particuliere tuin groeit er binnen de kortste keren
mee dicht. In de oude kleigaten van Rientjes duurt dat wel wat langer, maar het
resultaat is hetzelfde. Als er niet wordt ingegrepen, dan groeit op termijn de
hele boel dicht met een vlechtwerk van in het water liggende meterslange
uitlopers. Dat kan zo’n dicht tapijt vormen, dat het lijkt alsof je er kunt lopen.
Dat kan gevaarlijk zijn voor kinderen. De enorme plantengroei trekt zoveel
zuurstof uit het water, dat alle leven in de plassen uiteindelijk door
zuurstofgebrek afsterft. Wat we dan overhouden zijn dode, dichtgegoeide meren.
De plassen van Rientjes vormen een belangrijk
natuurgebied midden in de stad. De meertjes zijn in trek bij allerlei
vogelsoorten, zoals ijsvogel, kuifeend, dodaars, brand- en grauwe gans,
aalscholver, blauwe reiger, kleine bonte specht en nog vele andere. Vandaag heb
ik het waterschap ingelicht over de ‘besmetting’ met de waterteunisbloem. Het is
onontkoombaar dat er ingegrepen moet worden. Niets doen is geen optie. Ik hoop
wel dat dat gebeurt met respect voor de rijke natuur van de meertjes. Ik heb ervoor
gepleit om de oeverbegroeiing zo veel mogelijk te sparen. De meertjes zullen al
een klap krijgen door de transformatie tot een stadspark, met de daarbij
behorende aanleg van infrastructuur in de vorm van paden. De recreatiedruk zal
toenemen. Aan de noordoever zullen drastische veranderingen plaats gaan vinden
door het afdekken van asbeststort uit het verleden en door de aanleg van een
brug. Het is te hopen dat er na afloop nog iets van deze rijke natuur overblijft.