Dit reeënbosje bij de Sniedersveldweg maakt deel uit van het geplande parkeerterrein voor de luchthaven Twente |
Nieuw onderzoek in opdracht van Area Development Twente (ADT) heeft kort geleden aan het licht gebracht dat het onrealistisch is te denken dat in het verleden gemaakte kosten voor de herstart van de in 2007 gesloten Luchthaven Twente ter grootte van bijna 13 miljoen nog terugverdiend kunnen worden. De verwachting is dat dit bedrag nog verhoogd moet worden met verliezen die voort zullen vloeien uit de financiële crisis en problemen op de vastgoedmarkt. Onderzoeksbureau AT Osborne adviseert de betrokken overheden, de gemeente Enschede en provincie Overijssel, om de verliezen maar te nemen, omdat een sluitende grondexploitatie er niet in zit. De Enschedese gemeenteraad vergadert morgenavond niet alleen over de aanbesteding van de luchthaven, maar ook over het voorstel van B&W om de helft van de historische verliezen op zich te nemen. ADT heeft afgelopen zomer alternatieven opgesteld, waarbij het meest vergaande inhield het afblazen van alle ontwikkelingen, inclusief de luchthaven zelf. Dat wordt gezien als een niet reeële, louter theoretische optie. Toch is het goed om hier bij stil te staan.
In TC Tubantia van 29-9-2011 konden we lezen dat de concessievergoeding die een marktpartij voor het gebruik van de luchthaven dient te betalen minimaal een half miljoen bedraagt, maar dat dit bedrag pas ‘vanaf een bepaald moment’ in rekening wordt gebracht. Volgens Vereniging Omwonenden Luchthaven Twente (VOLT) kan dat moment 8 jaar op zich laten wachten en betreft het hier ongeoorloofde staatssteun, omdat de kosten voor deze gratis periode ten laste komen van de overheid, die al eerder had toegezegd om 16 miljoen te investeren in vernieuwing van de luchthaven. Alles bij elkaar opgeteld hebben we het dan al gauw over enkele tientallen miljoenen aan gemeenschapsgeld. En dan is het nog de vraag welke kosten daar nog bij komen als de luchthaven er eenmaal is. Als het niet goed gaat, dan moeten we er rekening mee houden dat het daar niet bij blijft. De overheid zal blijven bijspringen, zoals in het verleden ook zo vaak gebeurd is, tot het moment dat het echt niet meer kan. Gunstig zijn de vooruitzichten bepaald niet: de belastingbetaler zal gaan opdraaien voor steun aan rammelende banken en zwakke eurolanden, waarbij de vraag is hoeveel daarvan we nog eens terugzien. Dat geld kan zeker niet uitgegeven worden aan vliegreisjes.
‘Met twintig passagiers al een drukke dag’ kopte Trouw van 4 oktober boven een beschrijving van een geflopte Spaanse luchthaven bij Ciudad Real, een stad bijna even groot als Hengelo, op 200 km van Madrid. In 2002 werd besloten tot de bouw van dit eerste internationale particuliere vliegveld van Spanje. Het zou het drukke vliegveld van Madrid (50 miljoen passagiers in 2010) gaan ontlasten en het zag er dan ook veelbelovend uit. Met de hoge snelheidstrein zou je in iets meer dan drie kwartier in het centrum van de hoofdstad staan. In 2008 ging het vliegveld open. Twee dagen per week landt er een vliegtuig: een van en naar Barcelona en een van en naar Mallorca, hoewel die laatste bestemming eind deze maand geschrapt wordt. De lijn is niet rendabel. Het vliegveld dreigt een ‘spookvliegveld’ te worden, zoals er wel meer zijn in Spanje. Het staat inmiddels onder curatele en er wordt gepraat met schuldeisers. Hoewel drie kwart van de Spaanse publieke luchthavens onrendabel is, hebben politici in tal van steden en regio’s de bouw van nieuwe vliegvelden aangekondigd. Ze worden daarin gesteund door de staatssecretaris van transport Isaías Tábos, die vindt dat er te weinig vliegvelden zijn. “Frankrijk en Duitsland hebben er veel meer.”
Zullen ze het ooit leren? Zullen wij het ooit leren?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten