Wild west op de oude begraafplaats |
De afgelopen week leek het wel wild west op de oude begraafplaats, en dat deed me denken aan het nieuwste gedicht van onze stadsdichter Reinier de Rooie, getiteld 'Rawhide'. Wie van een bepaalde leeftijd is herinnert zich vast nog de gelijknamige tv-serie, die in de jaren '60 populair was. Keep moving, moving, moving... Stoere cowboys, veedrijvers over de prairies van het wilde westen, in gevecht met de elementen en de indianen. Zwaar geromantiseerd natuurlijk, meer een sprookje, zoals elke toenmalige Hollywoodproductie over de pionierstijd in het westen van de Verenigde Staten in de tweede helft van de 19e eeuw. Wie 'Meridiaan van bloed' van de Amerikaanse schrijver Cormac McCarthy heeft gelezen, kent ook andere verhalen, zoals over het vermalen van de botten van de karkassen van bisons, die in miljoenenvoud over de prairies verspreid lagen, afgeschoten omdat ze in de weg liepen, of omdat de tong zo'n lekkernij was.
De vele Hengelose 'stadsprairies', de kaalslag die de gemeente pleegt in de Hasseler Es en op de oude begraafplaats, dat alles bij elkaar zijn voor Reinier de Rooie ongetwijfeld de ingrediënten geweest waaruit hij heeft geput voor zijn jongste geesteskind. 'Rawhide' heeft hij opgedragen aan al degenen die zich inzetten voor het behoud van de schoonheid en zich verweren tegen ambtelijk falen, en in het bijzonder aan de comités 'Een groene wijk maak je samen' en 'Bomenkap Begraafplaats Bornsestraat Nee!'. Meer werk van Reinier is te lezen op zijn weblog.
voor alle betrokkenen
onze prairies kennen geen fleur geen franje
liggen verlaten als achterhoek, omkaderd
en vergeten, verloren braakland waar geen
kind de stappen waagt wat vlinders achterna
men baggerschijt i.p.v. dotterbloem zaait niet
noch aangebrande orchis noch lange ereprijs
maar laat ons achter in ravage projectmatig
van zwijgzaam hullen achter bolknak boem
bezit schept verplichting roept de raadsheer
aan de ander die je bent in voorbijgaan aan
de moeder die daar woont aan de vader die
daar stierf waar nu bouwland de leegte laat
we zouden paarden moeten weiden en ezels
achteraf in bonte kleuren vol van hondsdraf
de vreugde doen bewijzen dat soms nog daad
aan mao refereert: laat duizend bloemen bloeien!
Helaas gaan de meeste van mijn stadsgedichten over ambtelijk falen en een gebrek aan betrokkenheid (het bureaucratisch dilemma), maar bovenstaand gedicht heb ik enige maanden geleden geschreven n.a.v. de braaklandjes her en der in de stad. De, soms meerdere jaren, ongebruikte lapjes grond waar dan vaak ook nog van die lelijke hekken omheen staan. Met eenvoudige middelen zou men die bouwlandjes, for the time being, gebruiksvriendelijk kunnen inrichten: een bankje, een wipwap en wat bloemen.
BeantwoordenVerwijderenDat het gedicht al die tijd op de plank heeft gelegen, komt omdat ik serieus in gesprek was met de plaatselijke woningstichting Nichbiejmiej om het gedicht en de gedachte erachter gerealiseerd te krijgen. Na al die maanden kwamen ze uiteindelijk tot de conclusie dat het gedicht te lang (???) was/is en of ik het niet kon inkorten! Afijn, de poezie is niet overal welbesteed.
De openbaarmaking van het gedicht en het gebeuren rond het kerkhof viel chronologisch samen en daarom heb ik het opgedragen aan de 'betrokkenen', waartoe ik de beheerder(s) van deze blog vanzelfsprekend reken. Mijn stelling is: wat mooi is, kan zo blijven, wat lelijk is, vraagt om aandacht!
Komende zomer, als de vals zingende zagen het drama hebben voltrokken, zal ik speciaal voor de begraafplaats nog een 'requiem' schrijven.
met vriendelijke groet,
Reinier de Rooie